Update november 2017:
Tijdens het proces bleek dat er tegenstrijdigheden waren in het literatuuronderzoek naar mogelijke maatregelen. Ook bleken er nog te veel onduidelijkheden te zijn over de verbindingen tussen methaan- en lachgasemissies en bijvoorbeeld composteren, ammoniak en stikstofverliezen. Verder staan er nog vragen open over de manier waarop maatregelen precies moeten worden uitgevoerd om tot de verwachte emissiereductie te komen. Daarom heeft het College van Deskundigen besloten dat de een en ander eerst nog verder moeten worden onderzocht en uitgewerkt, voordat reducerende maatregelen voor methaan- en lachgasemissies in de MDV worden opgenomen. Deze emissiereducerende maatregelen van de Klimaatlat zijn daarom nog niet van toepassing voor MDV12 (2018).
SMK werkt aan een Klimaatlat voor de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV). Deze Klimaatlat moet ervoor zorgen dat bij de (ver)bouw van een stal ook rekening wordt gehouden met broeikasgasemissies. SMK liet literatuuronderzoek uitvoeren naar mogelijke maatregelen die in stallen genomen kunnen worden; de uitkomst hiervan is recent besproken in een begeleidingscommissie waarin onderzoek, beleid, overheid, belangenorganisatie en NGO zijn vertegenwoordigd. Het College van Deskundigen stelt naar aanleiding hiervan een concept Klimaatlat vast, die in een openbare hoorzitting wordt voorgelegd aan belangstellenden.
Begeleidingscommissie Klimaatlat. Met de klok mee: Dirk Keuper (CLM), Mathieu Dumont (RVO), Menno Douma (LTO Noord), Elmar Theune (Ministerie van EZ), Sjoerd Bokma (WUR), Ben Hermans (Natuur & Milieu), Annika de Ridder (SMK).
Voorwaarden
In dit traject wordt onderzocht of er in de MDV emissiereducerende maatregelen voor broeikasgassen kunnen worden opgenomen. Hierbij ligt een focus op methaan en lachgas. Het grootste deel van de methaanemissie is te relateren aan het vee, maar de mest vormt ook een bron. De vraag is hoe deze laatste emissiebron kan worden aangepakt. Voorwaarden zijn in ieder geval:
Uit het literatuuronderzoek blijkt dat vooral maatregelen die het vormingsproces van broeikasgassen verstoren, of die onder gecontroleerde omstandigheden laten plaatsvinden, het meest perspectiefvol zijn. Door bijvoorbeeld zuurstof aan mest toe te voegen of mest te koelen kan het omzettingsproces naar methaan worden verstoord, waardoor er minder emissie plaatsvindt.
Het lijkt erop dat er enkele maatregelen zijn te formuleren waarmee broeikasgasemissies uit stallen verminderd kunnen worden. Bijvoorbeeld door aanpassingen van de mestopslag en toepassen van mestverwerking. Momenteel worden deze potentiele maatregelen verder uitgewerkt en zullen naar verwachting in de hoorzitting in september aan een breed publiek worden voorgelegd.
Meer info
Annika de Ridder, projectleider dierlijke agroketens, 070 358 63 00, aderidder@smk.nl